/

wat is ‘goede akoestiek’ in een kantoor-werkomgeving ?

Wat is ‘goede akoestiek’ in een kantoor-werkomgeving ?

Christophe Debonne & Dominiek Callewier ©2021

Laat ons goed akoestiek even vergelijken met goed (gaan) eten.  Wat bepaalt uiteindelijk of je tevreden bent en genoten hebt van het moment ?  Dit is geen eenvoudige vraag aangezien het antwoord een samenspel is van vele elementen, zowel gelinkt aan het eten (kwaliteit en versheid van de ingrediënten, originaliteit van het recept, juiste kookwijze en temperatuur, presentatie en schikking,…), het kader (aard en stijl van het gebouw en ruimte, meubilair en garnituur, tafelschikking, muziek,…) alsook aan de andere tafelgenoten en de conversaties aan tafel.  Goede akoestiek definiëren is minstens even complex als bepalen wat goed eten is.  Het is ook een samenspel van technische elementen, belevingsaspecten, dynamisch van karakter, in een wijzigende bezetting van ruimtes en bovendien met niet eenduidige doelstellingen : soms verkiezen we stilte om ons te concentreren, op andere momenten willen we elkaar goed verstaan.

Veelvuldige studies, meetcampagnes, observaties, uitvoeringen en evaluaties in kantooromgevingen hebben ons gebracht tot een globaal en conceptueel inzicht in ‘goede’ akoestiek voor kantooromgevingen.  Dit inzicht is te vervatten in 5 (psycho) akoestische aspecten (zonder volgorde van belangijkheid) die van grote invloed zijn op het wel-voelen van gebruikers van kantoren, de ‘5 geboden’.

Stelt u zich eventjes voor, dat lawaai of slechte akoestiek zou stinken ? Wilt u dan dag in dag uit in die stank werken ?

Uiteraard niet ! Daarom stellen de 5 geboden een aantal sleutelelementen voorop die samen voor een ‘goede akoestiek’ zorgen.  Deze zijn bepalend zijn voor het welzijn van de gebruikers van deze ruimtes en bijgevolg ook voor hun productiviteit:

1.      Zorg voor goede beheersing van de galm en voor de spraakverstaanbaarheid;

2.      Zorg voor goede beheersing van het achtergrondgeluid;

3.      Zorg voor uitgekiende en weloverwogen geluidsisolatie en privacy, daar waar nodig;

4.      Zorg voor weloverwogen lay-out van de werkplekken, met bijzondere aandacht voor akoestische zichtlijnen en stoorperimeter;

5.      Zorg voor de juiste ‘look and feel’, aangepast aan de gebruiksfunctie van de diverse ruimtes.

1.    Beheersing van de galm en spraakverstaanbaarheid

Galm in een ruimte is het gevolg van te weinig akoestische absorptie.  De tendens in moderne, strakke architectuur kan dan wel ‘in’ zijn ; naar galm toe is dit vaak nefast. 

In elk geval dient de galmtijd beperkt te worden tot 0,8 sec in kantoren en vergaderzalen.  Dit kan, door het introduceren van voldoende absorberende materialen in de ruimte, dit ter aanvulling van de ‘harde’ materialen zoals glas en beton.

Tevens dient een goede verstaanbaarheid van de spreker worden verzekerd.

2.    Beheersing van het achtergrondgeluid

Achtergrondgeluid (van bijvoorbeeld ventilatie) mag niet te hoog zijn, maar evenmin ook niet te laag.  Te hoge niveaus werken enerverend ; te lage niveaus werken de ‘verstoring’ en verlies aan ‘privacy’ in de hand.

Maskeergeluid dient ook ‘aangenaam’ over te komen, en liefst niet ‘directief’, dit wil zeggen dat men een aangenaam achtergrondgeluid ‘ervaart’, zonder het bewust te horen of te kunnen aanduiden van waar het komt.

3.    Geluidisolatie

Een strekking in akoestisch kantoordesign pleit voor het ‘open plan’ office, waar eigenlijk zo weinig als mogelijk geluidsisolatie van doen is.  Geen of weinig barrières zouden zorgen voor een betere communicatie, meer teamspirit etc… de werkelijkheid is dat de productiviteit van kantoorwerkers in een open office gemakkelijk tot 40 % lager is dan medewerkers die in een meer discrete omgeving werken.  Ondertussen is het ‘open plan’ concept reeds door vele architecten en management verlaten, juist omwille van de desastreuse gevolgen.

Een overwogen geluidsisolatie tussen operationeel te scheiden entiteiten is een must daar waar concentratie en confidentialiteit belangrijk zijn.

4.    Lay-out en akoestische zichtlijnen

Een geluidsbron, inzonderlijk menselijke spraak, zal des te storender zijn naarmate de verstoorde de bron ‘ziet’.  De lay-out van kantoorwerkplekken met meerdere personen is dus uitermate belangrijk, om die verstorende effecten te vermijden.  Aan de andere kant is enige visuele/auditieve interactie ook juist gewenst.

Voor grotere werkplekken kan het concept van tussenschotten tussen meubilair beide elementen enigszins verzoenen (beperken van zichtlijnen maar behouden van interactie).

In elk geval is een terdege lay-out studie nodig van kantoorinrichtingen, zeker als het gaat om grotere entiteiten, met grotere aantallen gebruikers.

5.    Look and feel

De inkleding van kantoren en vergaderruimtes (meubilair, wanden, vloer, …) kan zowel rustgevend (en dus bevorderlijk voor de concentratie), als zeer ‘clean’ overkomen. 

Vaak is te ‘clean’, naar well being ook ‘mean’ ; het omgekeerde van ‘cosy’.  Zeer clean wordt soms geassocieerd met ‘professioneel’, maar ontaardt dan ook gauw in ‘kil’.  Een plaats waar men niet langer dan nodig zal willen in blijven.

De invloed van de look and feel op de akoestische well-being mag niet onderschat worden.  Zo zullen respondenten in een strakke, cleane omgeving eerder spraakverstaanbare signalen opvangen tegenover mensen in een ‘warmere’ omgeving.

De look and feel is bovendien ook vaak de uitstraling van een bedrijfscultuur.  Het is zaak om daar met de gebruikers de juiste keuzes te maken, dit gebaseerd, niet alleen op de inzichten van de interieurarchitect, maar ook op deze van de (akoestische) ontwerpingenieur.